Zoeken

Prioriteitsingrepen specificeren

Middels TLCGen kunnen voor richtingen één of meer prioriteitsingrepen worden opgegeven. Dit kan alleen indien:

  • In tabblad Algemeen > Prio opties is het “Type prioriteitsingreep” ingesteld op “Generieke prioriteit”

Opgeven van prioriteitsingrepen gaat via het tabblad “Prioriteit”:

  • Via het tabblad “Ingrepen” kunnen per richting één of meerdere prioriteitsingrepen worden toegevoegd.

Sinds versie 0.7.8.0 van TLCGen worden fasen, ingrepen en meldingen in een boomstructuur weergegeven:

  • De boomstructuur heeft 4 nivaue’s:
    • Fasen
    • Ingrepen
    • Lijst met in en uitmeldingen (dit zijn altijd 2 items)
    • Meldingen
      • Indien “Opvang bij storing” is ingesteld, kan een melding nog een melding onder zich hebben.
  • Uitklappen van een fase zorgt voor uitklappen van alle bijbehorende items
  • Toevoegen van items, bv. een ingreep aan een fase, kan na selectie van de fase middels de “+” knop onder de boomstructuur, of na rechtermuisklik op de fase in het context menu.

Na het toevoegen van een prioriteitsingreep kan deze worden geselecteerd, wat zorgt voor weergave van de beschikbare instellingen rechts in het venster. Hetzelfde geldt voor in- en uitmeldingen: toevoegen kan na selectie van een lijst middels de “+” knop, of middels het context menu, en na selectie van een melding komen de instellingen rechts in het venster in beeld. Zie verder het artikel over in- en uitmeldingen hier.

Hieronder worden de beschikbare opties voor prioriteitsingrepen nader toegelicht:

Let op! Onderstaand omschrijft vooralsnog opties die vooral van toepassing zijn voor OV [stand 14 mei 2020]. Op termijn zal TLCGen worden aangepast zodat voor bijvoorbeeld fiets- en vrachtverkeer (gedeeltelijk) andere opties beschikbaar komen. Onderstaande documentatie zal t.z.t. ook worden bijgewerkt.

  • Algmene opties
    • Type voertuig: dit is het type voertuig waarop zal worden gecontroleerd bij in- en uitmelden
  • Tijden (alle tijden zijn in 10-en van seconden)
    • Rijtijd ongehinderd: de rijtijd van het voertuig tot het punt waar de richting groen moet worden, wanneer geen ‘hinder’ aanwezig is (de detectie van de richting is onbezet)
    • Rijtijd beperkt gehinderd: idem, wanneer slechts één van meerdere aanwezige detectie lussen bezet is. Hierbij wordt alleen gekeken naar kop- en lange lussen, per rijbaan.
    • Rijtijd gehinderd: idem, wanneer alle lussen (van een rijbaan) bezet zijn
    • Ondermaximum: hiermee wordt aangegeven tot welk moment voor het bereiken van de maximum groentijd een OV-voertuig nog prioriteit mag krijgen
    • Groenbewaking: de maximale tijd dat een richting groen mag blijven als gevolg van een OV-ingreep
  • Inmelden/aanvragen koplus:
    • Koplus: aangeven welke lus geldt als koplus voor deze richting
    • Versneld inmelden: indien ingeschakeld, gaat hiermee de rijtijd voor een richting versneld naar 0 wanneer de koplus bezet raakt
    • Noodaanvraag: bij DB van de koplus, niet TRG van de richting, én niet ingemeld zijn van OV, krijgt de richting op basis van de koplus een noodaanvraag
    • Wisselstand: wel/niet rekening houden met evt. wisselstand (deze moet worden opgegeven onder het tabblad “In- en uitmeldingen”)
  • Geconditioneerde prioriteit: dit werkt alleen wanneer in het DSI bericht (meestal via KAR) het veld TSTP (tijd stiptheid, ofwel afwijking van de dienstregeling) wordt meegestuurd.
    • Toepassen: (desgewenst schakelbaar) wel of niet gebruik maken van deze functionaliteit
    • Prioriteit te vroeg/op tijd/te laat: aangeven welke prioriteit bij welke stiptheid wordt toegepast, waarbij geldt:
      • 1 = afkappen conflictrichtingen
      • 2 = groen vasthouden
      • 3 = bijzonder realiseren
    • Bij toepassen geconditioneerde prioriteit komen in het tabblad “Bitmap” per richting 3 uitgangen beschikbaar, om de stiptheid te verklikken
    • In het tabblad Algemeen > OV opties kan worden opgegeven welke grenzen gelden bij bepalen van de stiptheidsklasse van een voertuig
    • In CCOL kan geconditioneerde prioriteit als volgt worden getest:
      • Zorg dat een bepaalde richting in kan melden via KAR.
      • Indien gebruik wordt gemaakt van lijnnummers: stel PRM testdsilyn in op een lijnnummer dat voor de betreffende richting is ingesteld
      • Stel PRM testdsivert in: deze staat default op 120, wat zorgt voor een voertuig met TSTP=0, ofwel 0 seconden afwijking. Stel deze PRM lager is voor een voertuig dat te vroeg is, of hoger voor een voertuig dat te laat is.
      • Meldt een voertuig in; de stiptheid wordt nu verklikt, en de betreffende prioriteit toegepast
  • Lijnnummers
    • Check op lijnnummers: hiermee wordt aangegeven dat voor deze richting naar lijnnummers zal worden gekeken voor de in- en uitmelding
    • Prioriteit voor alle lijnen: aangeven of default alle lijnen prioriteit krijgen (PRM allelijnen## wordt dan ingesteld op 1)
    • Hieronder kunnen lijnnummers worden opgegeven
    • Om lijnnummers in CCOL te testen:
      • stel PRM testdsilyn in op een cijfer anders dan 0, dat voor de betreffende richting is ingesteld
      • meldt een voertuig in en controleer dat prioriteit wordt gegeven
Inhoudsopgave