De rijtijd van het openbaar vervoer wordt bij deze analyse bepaald door te kijken naar:
De tijd inmelding tot uitmelding, tenzij
Bij uitmelding tijdens rood, de tijd inmelding tot eerstvolgende moment startgroen na uitmelding
Op deze wijze wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat bij gebruik van KAR voor in- en uitmelden, de locatiebepaling soms onnauwkeurig is, wat kan leiden tot uitmelden vóór de stopstreep.
De opties voor de analyse zijn als volgt [defaults staan in blokhaken]:
DSI uit berichten negeren [uit]: indien aan, wordt enkel gekeken naar DSI “in” berichten. Dit is soms relevant bij de tram.
Filteren op voertuig categorie [Alle categoriën]: hiermee kunnen DSI berichten worden gefilterd, zodat enkel berichten met het opgegeven type worden meegenomen voor de analyse
Check op lijnnummer [uit]: hiermee kan worden gefilterd op lijnnummer
Lijnnummers: indien de check aan staat, kan hier een komma-gescheiden lijst met nummers worden opgegeven
Maximale tijd meting [180]: na verloop van dit aantal seconden na een inmelding, vervalt de meting; hiermee worden extreem hoge metingen voorkomen, bijvoorbeeld in geval er geen uitmelding volgt
Minimale tijd DSI uit na start rood [2.0]: volgt een uitmelding tijdens rood binnen dit aantal seconden na start rood, dan wordt toch dit moment genomen als einde van de meting, en niet het navolgende moment start groen
Controleer status regelen [aan]: indien aan, wordt gedurende niet-regelen, altijd gekeken naar de tijd inmelding tot uitmelding, en wordt de bijzondere omgang met uitmelding-tijdens-rood dus uitgeschakeld
Niet meten tijdens niet-regelen: niet meten als de status regelen niet is ‘regelen’ of ‘alles rood’; gedurende niet-regelen wordt danb dus in het geheel niet gemeten
Het is mogelijk in YAVV/YAVC een schatting te laten maken van de lengte van ontstane wachtrijen.
! LET OP ! Het betreft hier uitdrukkelijk een grove schatting. De aard van de brondata (dus de VLOG data) zorgt dat een exacte bepaling van de wachtrijlengte niet mogelijk is. Immers, enkel de bezetting van detectoren is bekend; er is dus geen informatie omtrent positie, snelheid en/of lengte van voertuigen.
De meting verloopt in hoofdlijnen als volgt:
Op start groen wordt gekeken of er sprake is van bezetting van één of meer koplussen; zo ja, dan wordt de meting gestart, zo nee, dan wordt niet gemeten.
Bij start detectie wordt het einde van de wachtrij bepaald door te kijken naar het gevallen hiaat: indien een groot genoeg hiaat valt wordt de meting afgesloten
Bij einde detectie op de koplus wordt tijdens groen geteld, indien een minimaal hiaat is gevallen.
Bij einde detectie op de koplus tijdens groen wordt tevens op basis van de opgetreden bezettijd (voor eerste voertuig: tijd vanaf start groen) en de positie in de rij, geschat welke lengte het voertuig heeft, waarbij wordt gekozen tussen regulier en lang. Voor elk volgende voertuig wordt verondersteld dat dit sneller rijdt dan het voorgaande; daarbij gelden de volgende grenswaarden om te bepalen in welke categorie een voertuig terecht komt:
1e voertuig: 4 seconden (lager of gelijk: regulier voertuig, hoger: lang voertuig)
Bij het eerste voertuig wordt rekening gehouden met een reactietijd van 1 seconde (dit zit inbegrepen in de grenswaarde van 4 seconden)
2e: 2,3 seconden
3e: 1,5 seconden
4e: 1,0 seconden
5e en verder: 0,75 seconden
Op start groen wordt van de vorige cyclus het resultaat gelogd, indien er gemeten is (zie eerste bullet). Hierbij wordt per koplus gekeken naar de totale geschatte lengte, en geldt de langste waarde als resultaat.
Is sprake van overstaan, dan worden resultaten eerst in een buffer gelogd. Pas als overstaan voorbij, worden alle resultaten vervolgens weggeschreven. Daarbij wordt vanaf de laatste cyclus steeds een (instelbaar, default 25%) aandeel van de wachtrij bij de voorgaande cyclus opgeteld. Bijvoorbeeld:
1e realisatie, meting van 50 meter, overstaan gezien, resultaat in buffer
2e realisatie, meting van 45 meter, weer overstaan, tweede resultaat in buffer
3e realisatie, meting van 20 meter, géén overstaan, wegschrijven resultaten:
3e realisatie = 20 meter
2e realisatie = 45 + 0,25 * 20 = 50 meter
3e realisatie = 50 + 0,25 * 50 = 62,5 meter
Het moge duidelijk zijn dat dit een suboptimale oplossing is, en er slechts sprake is van invloed van overstaan op de resultaten, niet van een werkelijk correctie; middels de omschreven werkwijze is geprobeerd het optreden van wachtrijen langer dan die in één keer kunnen afrijden, te verdisconteren in de meetresultaten
De hierboven genoemde grenswaarden zijn bepaald door voor een theoretisch voertuig van 6 meter lang met een versnelling van 2 m/s2, te bepalen hoeveel tijd nodig is om af te rijden, uitgaande van diverse initiële snelheden. Dit is voor een theoretisch lang voertuig van 16 meter met een versnelling van 2 m/s2 ook gedaan. Voor beide typen is vervolgens een aanname gedaan omtrent de initiële snelheid van openeenvolgende voertuigen, wat per zoveelste voertuig een tijd oplevert die het kost de lus te passeren. De hierboven genoemde grenswaarden zijn gekozen tussen de gevonden tijden van beide theoretische voertuigtypen.
Voor deze analyse zijn de volgende instellingen beschikbaar [defaults in blokhaken]:
Lengte regulier voertuig [5.0]: lengte in meters dat als regulier aangemerkte voertuigen toevoegen aan de wachtrijlengte
Lengte lang voertuig [12.0]: lengte in meters dat als lang aangemerkte voertuigen toevoegen aan de wachtrijlengte
Lengte hiaat tussen voertuigen [1.0]: veronderstelde lengte in meter van het hiaat dat tussen voertuigen valt; dit wordt vanaf het 2e voertuig opgeteld bij de wachtrijlengte per voertuig
Minimaal hiaat [1.2]: minimaal hiaat dat moet vallen in seconden om koplus meldingen als afzonderlijke voertuigen te meten
Minimaal hiaat voor einde wachtrij [3.0]: minimaal hiaat in seconden dat moet vallen om de wachtij te zien als afgereden, en de meting te beëindigen
Controleren op overstaan [waar]: indien dit aan staat wordt rekening gehouden met overstaan; anders worden resultaten altijd direct gelogd en wordt niet gekeken naar overstaan
Assumptie factor overgebeleven wachtrij bij overstaan [0.25]: aandeel van de wachtrij van navolgende cyclus dat in geval van overstaan wordt opgeteld bij de voorgaande cyclus; bij meerdere opeenvolgende cycli met overstaan wordt steeds bij de voorgaande cyclus dit aandeel van de berekend ’totale lengte + oversta lengte’ genomen als basis; het stapelt zich dus terugwerkend op
Middels YAVV is het mogelijk geautomatiseerd de juiste werking van wachttijdvoorspellers te controleren. Onder ‘juiste werking’ wordt in deze context verstaan:
Het aantal LEDs dat wordt aangestuurd neemt altijd af
Een toename van één LED wordt gezien als acceptabel, omdat de laatste LED vaak gaat knipperen tijdens een OV of HD ingreep
De duur tussen het doven van LEDs neemt nooit meer toe dan een bepaalde marge; een voorspeller die vertraagd gedurende het aflopen is voor weggebruikers verwarrend en geeft een onbetrouwbaar beeld
Door te kijken naar de aansturing van de wachttijdvoorspellers middels uitgangen (serieel via 5 uitgangen of via één multivalente uitgang) voert YAVV een controle uit of aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan. Is dat niet zo, dan wordt een analyse resultaat aangemaakt. Het is op deze wijze dus eenvoudig mogelijk is de fasenlog die momenten te vinden, waar er sprake is van een vertragend of foutief voorspel patroon.
Om de analyse te kunnen gebruiken moet worden voldaan aan een aantal voorwaarden:
De voorspeller wordt aangestuurd via één multivalente uitgang, OF
De voorspeller wordt serieel aangestuurd middels 5 uitgangen die in de VLOG opeenvolgend zijn; de volgorde (oplopend of aflopen, is instelbaar). Bijvoorbeeld: voor signaalgroep 26 zijn er 5 uitgangen, namelijk uitgang wtv26_0 met index 56, wtv26_1 met index 57, etc. Of juist bv uitgang wtv26_4 met index 56, wtv26_3 met index 57, etc.; dan is de rangering dus omgekeerd.
Uitgangspunt tijdens ingrepen in het regelproces waarbij de voorspelling wordt gehalteerd, is dat de laatste LED gaat knipperen; is dit niet zo, dan worden in dit geval mogelijk onterechte analyse resultaten aangemaakt
Voor deze analyse zijn de volgende instellingen beschikbaar (defaults in [blokhaken]):
Een lijst met signaalgroepen die geanalyseerd moeten worden [default: leeg]. Per signaalgroep is instelbaar:
De signaalgroep (kiezen uit een lijst)
De uitgang (kiezen uit een lijst); hier wordt de multivalente uitgang ingesteld, of in geval van seriële aansturing, de uitgang met de laagste index (bv: wtv26_0 of wtv26_4)
Multivalent of niet?
Omgekeerde volgorde of niet? Indien de uitgang met het meest significante bit (doorgaans de uitgang met een naam eindigend op “_4” als eerste in de lijst met items staat (dus laagste index nummer), is sprake van omgekeerde volgorde.
Drempelwaarde % wachttijd stijging [25%]: minimale relatieve hoeveelheid dat de wachttijd tussen opeenvolgende LEDs moet stijgen, om een resultaat aan te maken; bijvoorbeeld eerst duurt het 2 seconden, en dan 3 seconden, dan is er 50% stijging
Drempelwaarde wachttijd stijging absoluut [0.2 sec.]: minimale absolute hoeveelheid dat er sprake moet zijn van een stijging in de wachttijd tussen opeenvolgende LEDs, om een resultaat aan te maken
De absolute en relatieve stijgings drempelwaarden gelden beide: aan beide moet zijn voldaan voor een analyse resultaat wordt aangemaakt.
Drempelwaarde reset meting [8 sec.]: indien er langer dan deze instelling niets in gebeurd, wordt de meting gereset
In de praktijk is er vaak sprake van 50% stijging of meer, omdat de resolutie van VLOG 0.1 seconde is: dan komt vaak voor dat het eerst 0.1 seconde, en dan 0.2 sec.; om dit te ondervangen wordt dus óók gekeken naar absolute stijging.
Bij deze analyse is het meest nuttige overzicht bij de visualisatie van analyse data de “lijst met alle metingen”. Door gebruik te maken van de multivenster omgeving van YAVV en het analyse tabblad naast/boven/onder de fasenlog te plaatsen, en vervolgens dubbel te klikken op items in de lijst (of enter toets), kan snel worden gekeken wat er aan de hand is.
Bij drukke kruispunten kan het voorkomen dat de afwikkeling van fietsers niet optimaal verloopt en sprake is van filevorming. Om een beeeld te kunnen krijgen van de frequentie waarmee hiervan eventueel sprake is, kan dit algoritme worden gebruikt.
De analyse bepaalt op basis van een aantal verschillende indicatoren of er sprake is van filevorming; per voorwaarde wordt een score toegekend; is er in totaal sprake van een score hoger dan een ingesteld minimum (default = 6), dan is de inschatting dat er sprake is van filevorming, en wordt er een analyse resultaat gelogd.
De voorwaarden waarnaar wordt gekeken zijn:
Aantal getelde fietsers tijdens rood
bij minimaal 8: score = 1
Totale bezettijd koplus gedurende groen/geel
bij 10 sec.: score = 1
bij 15 sec.: score = 2
Totale bezettijd verweglus
bij 13 sec.: score = 1
bij 25 sec.: score = 2
Bezetting van de verweglus langer dan x (default = 4.0 sec.)
indien dit optreedt: 5 punten
Tijdsduur tot minimaal hiaat op koplus na startgroen
bij 7 sec.: score = 1
bij 10 sec.: score = 2
Bij de default minimale score van 6 punten geldt dus, dat altijd aan minimaal 2 voorwaarden moet worden voldaan – en meestal aan 4 omdat een lange bezetting van de verweglus zelden voorkomt – voordat een analyse resultaat wordt gelogd. Dit kan natuurlijk anders worden ingesteld, daarbij is voorzichtigheid geboden, omdat moet worden voorkomen dat reguliere drukte als zijnde ‘file’ uit de analyse naar voren komt.
De volgende instellingen zijn beschikbaar (defaults in blokhaken):
Minimale score om een resultaat weg te schrijven [6]: indien deze score wordt gehaald wordt een analyse resultaat aangemaakt; anders niet
Minimale hiaattijd koplus [1.0 sec.]: de minimale tijd dat de koplus tijdens groen af moet vallen om de wachtende fietsers als “in beweging” te markeren (“optrektijd”)
Minimale bezettijd verweglus [4.0 sec.]: de minimale tijd dat de verweglus bezet moet raken om te zorgen dat dit event een score geeft
Minimaal aantal fietsers tijdens rood [8]: minimaal aantal op de verweglus gemeten fietsers om te zorgen dat dit een score geeft
Grenswaarde totale bezettijd koplus tijdens groen/geel grenswaarde laag [10.0 sec.]: zie boven voor uitleg
Grenswaarde totale bezettijd koplus tijdens groen/geel grenswaarde hoog [15.0 sec.]: zie boven voor uitleg
Grenswaarde totale bezettijd verweglus grenswaarde laag [13.0 sec.]: zie boven voor uitleg
Grenswaarde totale bezettijd verweglus grenswaarde hoog [25.0 sec.]: zie boven voor uitleg
Grenswaarde minimaal hiaat op koplus na startgroen laag [7.0 sec.]: zie boven voor uitleg
Grenswaarde minimaal hiaat op koplus na startgroen hoog [10.0 sec.]: zie boven voor uitleg
Bij stopkans gaat het om de kans die een passerend voertuig heeft voor een verkeerslicht tot stilstand te moeten komen. Deze kans wordt bepaald door enerzijds de kans om op de koplus tot stilstand te komen, en anderzijds de kans om aan te komen tijdens rood:
De kans om tot stilstand te komen wordt bepaald door te kijken of de koplus van een richting gedurende een realisatie langer dan X sec. bezet is geweest; is dit zo, dan is er gestopt, en anders niet; gemeten over meerdere realisaties geeft dit een fractie, dit is de kans per realisatie dat er sprake is van stilstand
Is er gestopt gedurende een realisatie, dan is voor een willekeurig voertuig dat gedurende die realisatie is afgereden nog de vraag hoe groot de kans was dat het daadwerkelijk moest stoppen; hiertoe wordt gekeken naar de fractie roodtijd
Door deze twee kansen te vermenigvuldigen wordt de stopkans ingeschat. De formule is dus:
Het gaat hier uitdrukkelijk om een schatting, omdat de stopkans op basis VLOG data niet exact kan worden bepaald (zoals geldt voor alle analyse grootheden).
Binnen YAVV/YAVC is het ook mogelijk een schatting van het aantal stops weer te geven. Hiertoe vermenigvuldigt de applicatie de berekende stopkans voor een bepaald tijdsinterval met de intensiteit voor dat interval. Dit geeft een grove indicatie van het aantal stop; voor een normale situatie zal dit gemiddeld redelijk in de buurt komen van de situatie op straat.
Instellingen (defaults in blokhaken):
Minimale tijd koplus bezet [3.6]: minimale tijd in seconden dat de koplus bezet moet zijn geweest om gedurende een realisatie een gestopt voertuig te meten
Controleer status regelen [waar]: wel/niet kijken of WPS op regelen staat om metingen uit te voeren