De (desktop) client van YAVC ken een configuratie op twee niveau’s:
Lokale configuratie
Gebruikers configuratie
Lokale configuratie
De lokale configuratie wordt op schijf opgeslagen (in C:\Users\<username>\AppData\Roaming\YAVC). In de configuratie is opgenomen hoe authenticatie verloopt, en waar de client data op kan halen. Normaal gesproken wordt deze configuratie mee verpakt door uw organisatie bij de uitrol van YAVC-client, zodat hiervoor niets behoeft te worden ingesteld.
Is dit niet het geval (bijvoorbeeld bij installatie van de client op een eigen “device”), dan moet dit eenmalig worden ingesteld. U ontvangt hiertoe een configuratie bestand van CodingConnected. Om dit bestand te gebruiken:
Start YAVC-client
Klik op het pijltje naast “Instellingen”
Klik op “…” en zoek het configuratie bestand op
Klik nu op “Laden”:
De client sluit zichzelf nu af (is dit niet zo: sluit de client dan zelf af)
Start de client opnieuw; de inlog pagina van uw organisatie zal nu worden weergegeven
Client instellingen
De client instellingen worden in tegenstelling tot de lokale instellingen opgeslagen in de database van YAVC, bij het gebruikersprofiel. Zo zijn de instellingen gelijk ongeacht de locatie van waaraf YAVC-client wordt gebruikt. Deze instellingen zijn toegankelijk via het menu Beeld > Client instellingen (of sneltoets F6):
Er verschijnt nu een werkblad met een aantal tabbladen:
Profiel: stel hier uw naam en email adres in, en of u al dan niet alerts wilt ontvangen. Klik daarna op “Wijzigingen opslaan”! Dit tabblad wordt hieronder nog nader toegelicht
Fasenlog: hier kunnen diverse defaults voor de weergave van de fasenlog worden geregeld. Zie dit artikel voor een meer gedetailleerde uitleg over de instellingen; dat artikel betreft YAVV, maar de instellingen van de fasenlog zijn 1 op 1 gelijk.
Kaart: instellingen omtrent het kaartbeeld; dit geldt momenteel zowel voor de overzichtskaart als voor de kaart voor de weergave van DSI data
Client instellingen: hier bevinden zich een aantal specifieke instellingen voor de client, waarmee de weergave kan worden geregeld van een aantal elementen in de interface
YAVC gebruikersprofiel & alerts
Binnen YAVC is er per gebruiker een profiel. Dit profiel wordt opgeslagen in de database van YAVC en bevat bijvoorbeeld instellingen voor de fasenlog, kaartweergave, etc.
Een belangrijk element wat hier ook wordt geregeld betreft de instellingen omtrent het ontvangen van alerts.
De interface voor deze instellingen wordt hierboven weergegeven. De volgende opties zijn beschikbaar:
Actuele rol: alleen lezen; hier is te zien welke rol de gebruiker heeft in YAVC
Naam, email; de naam wordt gebruikt om bv. richting andere gebruikers weer te geven wie evt. aan de instellingen aan het werk is. Het email adres wordt gebruikt voor verzenden van alerts
Hier wordt ingesteld:
Wel/niet ontvangen van email alerts: indien uit wordt niets verzonden
Alle email alerts: indien aan wordt alles verzonden. Let op! Dit kan een veelheid aan emails tot gevolg hebben, omdat niet wordt gekeken naar de aard en prioriteit van meldingen
Minimaal aantal simultane data verzameling issues voordat een alerts wordt verzonden; hiermee kan worden gezorgd dat pas wanneer er tegelijk een X aantal meldingen omtrent dataverzameling optreden, een alert wordt verzonden (zo kan bv. een netwerk fout worden herkend)
Alert instellingen per type: hier kann worden ingesteld welke alerts wel/niet moeten worden verzonden, en vanaf welk prioriteitsniveau. De typen zijn:
Data verzameling: dit is wellicht het belangrijkst: indien de verzameling stokt wordt een issue aangemaakt door YAVC. Hoe langer dit aanhoudt, hoe hoger de prioriteit wordt. Zie ook hier.
Data integriteit: dit type issue wordt aangemaakt wanneer er fouten in de data worden gevonden; denk hierbij aan verkeerde volgorde van berichten, CRC fouten, etc.
Data verwerking: indien het verwerken van data stokt, er dus geen analyse data meer wordt aangemaakt, wordt dit type issue aangemaakt
Configuratie: dit wordt aangemaakt wanneer YAVC een nieuwe configuratie heeft herkend in de data (zie verder hier)
Archivering: dit wordt aangemaakt wanneer de archivering van data mislukt (bv. omdat het archief vol is)
Het is in YAVC als eindgebruiker mogelijk historische data te importeren. Op deze manier kan historische data worden geladen waar en wanneer relevant; dit bespaart veel ruimte ten opzichte van een complete bulk import, en veel tijd omdat import van data altijd gepaard gaat met issues in die data.
Import van data gaat via een apart werkblad. Open dit werkblad via het menu Beeld > Bulk import:
Selecteer nu een map van schijf waarin de te importeren data staat, door te klikken op de knop met “…”:
Merk op: de data mag binnen de gekozen map in submappen staan, en eventueel verder verdeeld. Belangrijk is hierbij wel dat de bestanden in een (al dan niet onderliggende) map op volgorde staan van tijd. Wanneer de VLOG standaard wordt gevolgd voor wat betreft naamgeving van bestanden is dit altijd zo.
Let op: data waarbij één bestand meerdere dagen omvat kan problemen opleveren. Idealiter is er in elk geval een split naar een volgend bestand om 00:00 uur.
Na het kiezen van een map wordt de data uit de map uitgelezen. Dit al naar gelang de hoeveelheid data in de map tussen enkele seconden en enkele minuten in beslag nemen. Is de data geladen, dan verschijnt het volgende scherm:
Deze weergave bestaat uit een aantal elementen die hieronder worden toegelicht.
Hier wordt het aantal gevonden ID’s weergegeven, in dit geval bijvoorbeeld 29. Deze worden uitgelezen uit de VLOG data. De data wordt ingedeeld per ID; tussen ID’s kan worden geswitched met de dropdown button.
De beschikbare data voor de geselecteerde kruising (id, zie bij 1) wordt hier weergeven. De lijst is een weergave van de dagen voor de maand die in de kleine kalender onderaan is geselecteerd. Gebruik de lijst voor het bekijken van beschikbaarheid per dag, en het selecteren van afzonderlijke dagen voor import. Gebruik de kleine kalender voor het manouvreren door de tijd.
Hier kan worden gekozen tussen het weergeven van informatie over de data en de import mogelijkheden, en een tabblad met informatie over eventuele fouten en overlap in de data
Van de geselecteerde kruising wordt hier enige informatie weergeven. Naast eerste en laatste gevonden datum, is hier een lijst te zien met gevonden VLOG configuraties. Deze zullen na import in YAVC ook zo verschijnen.
Hier wordt enige informatie weergegeven over de geselecteerde dag in de lijst met dagen (zie bij 2)
Hier kan worden ingesteld naar welke kruising in YAVC de data behorende bij dit kruispunt ID uit de VLOG data moet worden geïmporteerd. Indien de naam van die kruising in YAVC niet 1 op 1 overeenstemt met de kruising ID uit de VLOG data moet expliciet worden aangevinkt dat het toch klopt.
Let op! De knop “Start importeren” zorgt voor het importen van alle geselecteerde data. Dat wil zeggen: van de geselecteerde kruising, maar ook van andere kruispunten waarvan evt. dagen zijn aangevinkt. De UI (user interface) is hier mogelijk verwarrend en zal nog worden aangepast.
Na klikken op “Start importeren” zal de data naar YAVC worden overgezet. De log toont de voortgang en evt. meldingen die optreden. Importeren kan geruime tijd in beslag nemen.
Let op! Aangerade wordt, gedurende de import van data de client verder niet te benutten.
Is de import voltooid, dan is de data direct in de fasenlog beschikbaar. De analyse data wordt voor historische data ’s nachts doorgerekend.
Open om te beginnen het systeem configuratie werkblad. Links in beeld is een lijst met geconfigureerde kruispunten te zien; hieronder bevinden zich twee knoppen om kruispunten toe te voegen en te verwijderen.
Let op! Om een kruispunt toe te kunnen voegen in YAVC is het niveau van systeem beheerder nodig. Heeft een gebruiker deze toegang niet, dan zijn de betreffende knoppen niet zichtbaar.
Klik op “toevoegen” om een kruispunt toe te voegen. Er verschijnt een dialoogvenster waarin de naam voor de kruising kan worden opgegeven.
Let op! Dit betreft de interne naam, en deze is later niet meer te wijzigen. Deze interne naam wordt gebruikt in systeem logging van YAVC, en voor het aanmaken van mappen voor tijdelijke opslag van data, en archivering. Naast deze interne naam is er een apart veld waarin de weer te geven naam van de kruising kan worden ingesteld; dit kan wél worden gewijzigd.
De interne naam mag enkel bestaan uit uit letter en cijfers, en evt. – en _ hoewel dat niet wordt aanbevolen. De naam moet uniek zijn binnen YAVC en kan dus slechts één keer worden gebruikt.
Kruising instellen
Nadat de kruising is toegevoegd kan deze verder worden ingesteld. Selecteer de kruising; rechts verschijnen nu de instellingen voor deze kruising. Er zijn drie tabbladen zichtbaar:
Algemene instellingen: instellen van algemene informatie zoals naam, straatnamen, en ook een aantal YAVC-specifieke instellingen waaronder de te gebruiken connectie configuratie
Verbinding: hier kunnen een of meer connectie configuraties worden aangemaakt en ingesteld
VLOG configuraties: hier kunnen analyse configuraties worden beheerd
Per tabblad wordt hieronder nader toegelicht wat kan worden ingesteld en welke betekenis en effect dit vervolgens heeft.
Algemene instellingen
De naam die hier instelbaar is, is de naam zoals deze verschijnt in de client van YAVC; deze heeft geen invloed op de naam die systeem-intern wordt gebruikt en is vrij instelbaar. Daarnaast zijn een aantal andere informatieve instellingen beschikbaar, zoals straatnamen, etc. Straatnamen worden, indien dit is ingeschakeld, weergegeven achter de naam van de kruising in de lijst met kruispunten in het toolvenster.
Tip: lengte en breedte graden kunnen ook worden ingesteld door de kruising te selecteren op kaart, en deze met Shift+rechtermuisklik elders te plaatsen.
Er zijn een aantal YAVC specifieke instellingen beschikbaar:
Data verzamelen: momenteel instelbaar op nooit of altijd; die is geen vinkje om later evt. mogelijk te maken bv ook op basis van een kalender (start en einde datum) data te verzamelen.
Actieve connectie configuratie: hier kan worden gekozen uit de voor deze kruising beschikbare connectie configuraties. Dit kan uitsluitend indien er reeds één of meer connectie configuraties zijn aangemaakt (zie verderop)
Actieve archivering configuratie: hier worden gekozen welke archiveerder actief is voor deze kruising
Het is dus mogelijk de data van uiteenlopende kruispunten op uiteenlopende locaties te archiveren, of van slechts een deel van de kruising de data te archiveren, en van andere te verwijderen
Ook hier geldt: dit is slechts dan instelbaar, wanneer reeds één of meer archivering configuraties zijn aangemaakt.
Geavanceerde instellingen:
VLOG checksum locatie: de plek van de checksum in VLOG3, indien aanwezig. Deze instelling moet momenteel op “geen” blijven staan; YAVC zal in de toekomst eigenstandig deze locatie bepalen.
Default file VLOG lengte: de default lengte van VLOG files, in seconden. Dit is normaliter 300 seconden. Deze waarde wordt gebruikt om compleetheid van data te bepalen wanneer er een gat valt in de data
Maximale tijdsduur analyse per run, in minuten: YAVC analyseert data in “runs”, normaliter elke 20 minuten. Komt er ineens veel data binnen, dan wordt dit maximum gehanteerd om de systeembelasting te beperken
Maximum aantal dagen terug tbv analyse: data ouder dan dit aantal dagen zal niet worden geanalyseerd; dit is evenwel een verouderde instelling, want er is inmiddels een historische data analyzer, die (’s nachts) ook oudere data zal verwerken.
Niet automatisch aanmaken analyse configuratie: indien aangevinkt, zal ook bij afwijkende aantallen IO, niet automatisch een nieuwe analyse configuratie worden aangemaakt. Dit is bijvoorbeeld relevant wanneer handmatig signaalgroepen zijn toegevoegd (bijvoorbeeld om tel detectoren correct in te delen); YAVC zou een dergelijke configuratie herkennen als verouderd en een nieuwe aanmaken, maar deze isntelling voorkomt dat
Timings data niet opslaan: indien aangevinkt, wordt timings data niet opgeslagen in de VLOG bij import in de database. Dit kan veel ruimte schelen omdat er soms extreem veel timings data wordt aangemaakt, waarbij timings berichten ook nog relatief groot zijn
Check VLOG header: het komt voor dat de header van VLOG files incompleet is, door de afwezigheid van bepaalde elementen in de header. Dit veroorzaakt het aanmaken van een nieuwe analyse configuratie, terwijl er eigenlijk geen sprake is van een wijziging, maar van een fout in de data. Door dit aan te vinken wordt hierop gecontroleerd voor de nadien aangevinkte elementen. Invalide data komt vervolgens niet in YAVC
Extra meta data: hier kunnen door de gebruiker zelf gespecificeerde velden worden gevuld met data. Zie hiervoor dit artikel.
Connectie configuratie
Per kruising kunnen hier een of meer connectie confguraties worden aangemaakt. Op deze manier is het bv. mogelijk een toekomstige wijziging alvast te configureren, en later eenvoudig om te schakelen. Tevens wordt hiermee voorgesorteerd op evt. automatische wisselingen tussen configuraties, bv. op basis van klok of andere data.
De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van het type connectie. Stel daarom éérst het type in, en daarna de overige velden.
Na instellen van de configuratie(s) moet deze nog worden geactiveerd bij algemene instellingen. Indien ook “Verzamelen” op altijd staat ingesteld zal YAVC nu starten met de dataverzameling. Het kan enige tijd duren voordat er ook daadwerkelijk data zichtbaar wordt in de client; doorgaans duurt dit tot ongeveer een half uur.
Ftp / sftp
De instellingen zijn:
Adres: het IP adres van de automaat
Poort: de te gebruiken poort
Gebruikersnaam: de te gebruiken naam voor login
Wachtwoord: wachtwoord voor login
Remove remotely: indien ja, wordt data na downloaden verwijderd van de automaat. YAVC zal ook als dit is uitgevinkt data niet meermaals downloaden, maar eerst kijken welke data nieuw is ten opzichte van wat reeds is opgehaald
Negeren laatste file: soms wordt het laatste bestand nog beschreven door de automaat; vink dit aan om die file niet te downloaden
Pad op server: pad waar de VLOG data staat
Pad is absoluut: momenteel alleen voor ftp beschikbaar; geeft aan dat naar het ingestelde direct moet worden gemanouvreerd, en niet relatief ten opzichte van de map waar de server na inlog in landt
Streaming
De instellingen zijn:
IP adres: het adres waar de stroom te beluisteren is
Gebruik default IP adres: indien aangevinkt, zal het als default voor streaming data ingestelde adres worden genomen. Dit is bv. handig als alle data van één server komt
Poort: de te gebruiken poort
Type VLOG: binair of ASCII. Gebruikelijk is ASCII. Merk op dat gearchiveerde data die via streaming VLOG is opgehaald, altijd als binair wordt opgeslagen; dit scheelt 50% ruimte tov. ASCII.
Return na verbinden: bij sommige automaten start de stroom pas als de ontvangende partij een return stuurt
Return na timestamp: bij sommige automaten moet periodiek iets worden verstuurd om de stroom in stand te houden
Automatische connectie configuratie switch
Het is (sinds versie 3.5 van YAVC client) mogelijk bij optreden van een fout in de dataverzameling, in te stellen dat YAVC geautomatiseerd naar een andere connectie configuratie wisselt. Dit werkt als volgt:
Per connectie configuratie kan in de client een prioriteit worden ingesteld
Deze instelling is beschikbaar in de lijst met beschikbare connectie configuraties
Let op! Een lager cijfer betekent een hogere prioriteit
Laagste cijfer = hoogste prio
Dus cijfer 1 = hoogst, 2 = lager, 3 = nog lager, etc.
Prioriteit 0 = doet niet mee; als dis is ingesteld voor een connectie configuratie en deze is actief, wordt er in het geheel niet geswitched; tevens wordt nooit naar een connectie configuratie toe geswitched met prioriteit 0
Is de prioriteit van de actieve connectie configuratie 1, dan zal er nooit iets gebeuren; is deze b.v. 3 en zijn er andere configuraties met prioriteit 2 of 1, dan switcht YAVC naar de eerstvolgende richting 1; dus b.v. éérst naar connectie configuratie met prioriteit 2, en dan bij een volgende fout naar de configuratie met prioriteit 1.
Per kruising wordt vervolgens automatisch switchen aan/uit gezet (default = uit); is automatisch wisselen uitgeschakeld voor een kruising, dan blijft dus altijd dezelfde connectieconfiguratie actief, ook wanneer er prioriteitsniveaus zijn ingesteld voor connectie configuraties
Deze instelling zit onder “geavanceerde opties” van de kruispunt instellingen
Wanneer automatische wisseling wordt ingeschakeld, moet ook worden ingesteld vanaf welk urgentieniveau automatisch geschakeld moet worden; het is aan te bevelen dit op “hoger” of “urgent” in te stellen, zodat niet onbedoeld van configuratie wordt gewisseld bij een kortdurende storing
Treedt er een data-verzameling issue op, en is dit voldoende urgent, dan switcht YAVC, indien dit is geactiveerd, geautomiseerd conform de hierboven omschreven methodiek naar een andere connectie configuratie
Er wordt vervolgens niet direct weer geswitched naar een evt. 3e/4e/volgende connectie configuratie met een hogere prioriteit (=lager cijfer!); dit gebeurt pas dan wanneer vanaf het laatste switch moment ten minste de tijd is verlopen die is ingesteld als grenswaarde voor het minimale issue-niveau dat is ingesteld voor de automatische switch (de grens qua laatste moment van ophalen van data)
Email alerts omtrent data verzameling issues bevatten, indien autom.switch actief is, ook een regel tekst waarin staat welke conn.config actief was ten tijde van de error, en wat het prioriteitsniveau hiervan was
De automatische switch functionaliteit doet verder niets met alerts/issues, die blijven dus actief, tot er weer data binnenkomt en ze automatisch op non-actief gaan
Merk nog op: de verbinding voor “ophalen andere data” (indien ingesteld) switcht momenteel niet mee.
Analyse configuratie
YAVC maakt automatisch analyse configuraties aan bij binnenkomst van de data. Dit is hier nader omschreven. Per analyse configuratie zijn hier de instellingen aan te passen. Tevens kunnen configuraties hier worden gevalideerd.
Let op! Het is normaal gesproken nooit nodig handmatig analyse configuraties aan te maken; het is doorgaans beter dit over te laten aan YAVC. Daarom: treedt vóór het handmatig aanpassen (toevoegen/verwijderen) van analyse configuraties bij voorkeur en indien mogelijk in overleg met CodingConnected; we bepalen dan gezamenlijk de beste aanpak.
Een automatisch aangemaakte configuratie is nog niet gevalideerd. De beheerder moet deze eerst nalopen:
Typen en aantal rijbanen van fasen controleren
Type, ligging (lengte, afstand tot ss) en signaalgroep van detectoren controleren (YAVC komt automatisch met een voorstel)
Desgewenst conflicten en geeltijden configureren (bij voorkeur uit een tab.c bestand)
Eventueel filtering of analyse instellingen aanpassen
Zie voor uitleg van de mogelijkheden de artikelen over filtering en analyse op de wiki
Let op: namen van elementen (signaalgroepen, detectoren, ingangen, uitgangen) horen in principe niet te worden gewijzigd. Dit omdat YAVC deze (indien mogelijk) gebruikt om te controlen of de configuratie nog steeds past bij inkomende data.
Is alles in orde, dan kan het vinkje “Gevalideerd” worden aangevinkt. Klik nadien op “Opslaan”; YAVC zal nu starten met filtering en analyse. Het kan enige tijd duren voor de data in YAVC verschijnt; normaal duurt dit tot ongeveer een half uur.
Tip: is het wenselijk voor een bepaalde kruising data met andere analyse instellingen dan eerder op te halen, dan kan dit ook met de “realtime analyse“; daarvoor is geen herberekening van data nodig, want de data wordt dan live opnieuw doorgerekend. Betreft het een specifieke case, en is de actuele configuratie verder in orde, dan is dit aan te bevelen, omdat het rekenkracht scheelt, en de analyse data op basis van de gewijzigde configuratie direct beschikbaar is.
Signaalgroepen
Bij signaalgroepen is het type het belangrijkste: dit bepaalt welke analyses voor deze signaalgroep wel/niet zullen worden uitgevoerd. Ook het aantal rijbanen is hier van belang, omdat dit invloed heeft op sommige analyses, en omdat detectoren moeten worden toegedeeld aan de juiste rijbaan.
Geeltijden zijn momenteel enkel van belang voor de analyse wachten zonder reden.
Conflicten
Conflicten zijn van belang voor het bepalen van “wachten zonder reden“. Ze kunnen handmatig worden opgegeven, het is echter aan te bevelen de conflicten middels een “tab.c” file in te laden. Dit kan zijn een CCOL bestand, maar een export bestand vanuit CalcIt of Otto is ook prima. Let op selectie van het juiste type tijden!
Detectoren
Juiste instellingen voor detectoren zijn van wezenlijk belang voor het correct functioneren van filtering en analyse in YAVC. Het type detector bepaald bijvoorbeeld hoe wordt gefilterd, de ligging is ook van belang voor correcte filtering (volgorde), en de toeling aan signaalgroepen is cruciaal om tot juiste uitkomsten van analyses te kunnen komen.
Let op! Zorg er dus voor dat:
het type detector klopt: kop, lang en verweg voor de relevante lussen; overige lussen instellen op een ander type (bv. “Overige lus”).
Instellen van lussen die feitelijk niet kop, lang of verweglussen zijn op dit type heeft mogelijk onbedoeld nadelige effecten op de filtering, en daarmee op de analyse uitkomsten
de volgorde klopt: de exacte ligging van detectoren is niet cruciaal, wat echter wel belangrijk is, is te zorgen dat de volgorde (per rijstrook) overstemt met de situatie op straat: er wordt namelijk gefilterd op volgorde, en een foutieve configuratie kan daarmee onbedoeld de filtering en daarmee de analyse uitkomsten beïnvloeden
een uitzondering is de analyse “gemiddelde wachttijd fiets“: hier worden meldingen op de verweg detectie gebruikt om in te schatten wanneer fietsers bij de stopstreer arriveren; daarbij is de min of meer exacte ligging dus wel van belang (waarbij 1 of 2 meter afwijking alsnog weinig uit maakt; het betreft hoe dan ook een inschatting)
de toedeling aan rijstroken klopt: ook hier geldt dat een foutieve toedeling de volgorde filters onbedoeld in de war kan brengen
Hiaat en bezettijden worden momenteel uitsluitend benut voor visualisatie in de fasenlog.
Selectieve detectie
Hier kunnen detectoren die in de DSI berichten voor komen worden geconfigureerd. Dit zorgt voor het juist kunnen toedelen van DSI berichten zonder signaalgroepnummer aan signaalgroepen. Dit wordt gebruikt voor de visualisatie in de fasenlog en de analyses DSI-in tot startgroen en DSI-in tot DSI-uit.
Ingangen en uitgangen
Voor in- en uitgangen is slechts de naam instelbaar. Bij “multivalente” uitgangen herkent YAVC dit zelf en kan dit naar wens worden gevisualiseerd in de fasenlog.
Module indeling
Hier is er de keuze uit:
VLOGModuleMessage: bepaal de actuele module op basis van in de VLOG aanwezig module-berichten
Output: bepaal de actuele module op basis van een aantal gespecificeerde uitgangen, waarvan er telkens slechts één actief is
MultivalentOutput: bepaal de actuele module op basis van de waarde van een multivalente uitgang
Het aantal modulen hoeft niet te worden ingesteld, dit gaat automatisch; deze instelling zal op termijn vevallen.
Bij het type ‘Output’ of ‘MultivalentOuput’ moeten uitgangen worden ingesteld, anders zal het niet werken. Gebruik hiervoor de lijst met de knoppen “Toevoegen” en “Verwijderen” eronder.
Analyse instellingen & filter instellingen
Hier kunnen per analyse en filter de instellingen worden geregeld. Zie voor uitleg omtrent de betekenis van de instellingen de verdere wiki van YAVC: per analyse is een artikel beschikbaar met uitleg.
Varia
Momenteel is hier beschikbaar:
DSI: hier kan worden bepaald dat het toedelen van DSI berichten aan signaalgroepen handmatig moet. Is dit het geval, dan kan in de lijst worden aangegeven welke DSI-signaalgroep-naam hoort bij welke signaalgroep. Dit is bijvoorbeeld handig wanneer de regeling 1## en 2## richtingen bevat, terwijl de max voor richtingnummers in de DSI data 200 is: in dit geval kan bv DSI-sg-naam 45 worden gekoppeld aan 245, terwijl 145 wel 1-op-1 kan worden gekoppeld.
Gebruik dit tabblad om een CFG file in te laden. Klik op toepassen om de ingeladen file toe te passen, en de lijsten met signaalgroepen en detectoren bij te werken op basis van de geladen data. Merk op: er worden geen signaalgroepen, detectoren, etc., toegevoegd of verwijderd, er worden en namen en typen opgehaald en toegepast. De applicatie zal een melding afgeven wanneer de aantallen IO uit de CFG niet kloppen met die uit de configuratie.
In YAVC wordt gewerkt met gebruikers. Elke gebruiker heeft een bepaalde rol, en die rol bepaalt de rechten van de gebruiker. Bij rechten gaat het om toegang (of juist niet) tot bepaalde data en het al dan niet hebben van de mogelijkheid data te bewerken en/of te verwijderen. In de praktijk gaat dit dus met name om het al dan niet hebben van de mogelijkheid het systeem te configureren.
De rol heeft invloed op twee niveau’s:
De user interface van de client: al naar gelang de rol van de aangemelde gebruiker worden bepaalde elementen in de applicatie wel/niet getoond of zijn die wel/niet beschikbaar.
Op het niveau van de toegang tot de data (API): hier is middels moderne standaarden geregeld dat enkel geauthenticeerde gebruikers met de juiste rol toegang hebben tot inzien of bewerken van de juiste data. Zelfs wanneer een gebruiker de UI weet te omzeilen is de zekerheid dus gewaarborgd.
Rollen
De volgende rollen zijn beschikbaar:
user – reguliere gebruiker met alleen-lezen toegang tot alle data, met uitzondering van:
connectie instellingen (geen rechten)
archivering instellingen (geen rechten)
yavc systeem instellingen (geen rechten)
gebruikersdata (uitsluitend lezen en schrijven voor eigen account)
admin – Gebruiker met rechten zoals nodig voor het dagelijks beheer van YAVC:
rechten zoals bij ‘user’, met aanvullend:
connectie instellingen (alleen lezen)
archivering instellingen (alleen lezen)
analyse configuratie & analyse data (lezen en schrijven)
deze gebruiker kan dus analyse configuraties wijzigen, dit opslaan, en zo zorgen dat de analyse data wordt herberekend
systemadmin – gebruiker met toegang tot alle data
toevoegen/verwijderen kruispunten incl. alle bijbehorende data
verwijderen van VLOG data uit de database van YAVC
YAVC biedt zelf geen mogelijkheden voor het aanmaken en/of beheren van gebruikers en toedelen van rollen aan gebruikers. Dit wordt gedaan door een zogenaamde “identity provider” (IdP). De IdP kan bij de klant staan (“on premise”) of elders. Bij de installatie van YAVC wordt bekeken wat hier het beste past en wordt dit ingeregeld.
Toegang
Hieronder wordt voor de volledigheid nog per bron in YAVC weergegeven welke rol wel/geen toegang heeft
analyse configuraties
user = lezen
admin = lezen+wijzigen
systemadmin = lezen+wijzigen+aanmaken+verwijderen
beschikbaarheid vlog data, beschibaarheid filtering data, beschikbaarheid analyse data
In YAVC is het mogelijk eigen meta data velden aan te maken en te vullen met data. Denk hierbij aan bouwjaar, vervangingskosten, fabrikant of automaat type. Deze data kan vervolgens worden ontsloten via de ‘publieke’ API.
Configuratie van meta data
Het configureren van meta data kan middels de client van YAVC. Ga naar Instellingen > Systeem instellingen > Meta data opties. In dit venster kunnen velden worden aangemaakt. Voor de geconfigureerde velden kan nadien per intersectie in YAVC data worden opgegeven. De gebruikers interface hiervoor is hieronder te zien:
De knoppen onderaan kunnen worden gebruikt om items toe te voegen, te verwijderen, of te ordenen. De volgorde heeft vooral invloed op de volgorde waarin de items later worden weergegeven op het invul-formulier per kruising. De volgorde waarin de data terug komt via de api is niet expliciet bepaald.
Let op! Na het doorvoeren van wijzigingen in de meta data configuratie moet het instellingen tabblad worden afgesloten en opnieuw geopend alvorens de nieuwe configuratie gebruikt kan worden voor het inzien en bewerken van meta data per kruispunt.
Toevoegen van meta data items
Klik op “Add item”; er komt nu een item bij onderaan de lijst met een automatisch aangemaakte naam. Stel het nieuwe item in naam wens:
Naam – een unieke naam voor het item, bestaande uit letters en/of cijfers zonder verdere leestekens of spaties. Deze naam is een unieke identifier van dit veld en wordt meegestuurd wanneer de meta data via de api wordt opgevraagd. De naam wordt tevens gebruikt om de data per kruising op te slaan. Wanneer de naam wordt gewijzigd komt er een melding dat de bijbehorende data per kruising ook zal worden bijgewerkt; zo wordt gezorgd dat de meta data per kruising integer blijft.
Beschrijving – een omschrijving van het veld; deze mag alle tekens bevatten. De omschrijving wordt gebruikt voor het opbouwen van het invul-formulier per kruising. De omschrijving komt niet mee met de meta data via de api, maar wel wanneer via de api de meta-data configuratie wordt opgevraagd.
Type – het type data dat voor dit veld per kruising zal worden opgeslagen. Momenteel zijn beschikbaar:
Integer – gehele getallen
Double – getallen met een fractie
Euro – een bedrag in euro’s
String – tekst
DatumTijd – datum met tijd erbij
Datum – alleen datum, tijd wordt niet opgeslagen
Jaar – alleen jaartal
Opties – een keuzeveld uit een aantal vaste opties. Hierbij geldt:
voor de naamgeving van de opties gelden dezelfde regels als voor de naam van een meta veld zoals hierboven omschreven
opties moeten worden gescheiden met puntcomma ofwel ;
bij wijzigen van de opties geeft de client een melding dat dit ook bij alle kruisingen zal worden verwerkt. Zo wordt voorkomen dat er kruispunten zijn met een niet (meer) bestaande optie als waarde van dit meta data veld
Verwijderen van items
Om een item te verwijderen: selecteer het item en klik “Remove item”. De client geeft nu een melding.
Pas op! Verwijderen van een veld leidt ertoe dat alle gerelateerde data per kruising wordt verwijderd – ten einde “verweesde” data te voorkomen. Dit is onherroepelijk en kan niet ongedaan gemaakt worden!
Invoeren en bewerken van meta data
Een opmerking vooraf (herhaling van hierboven): Let op! Na het doorvoeren van wijzigingen in de meta data configuratie moet het instellingen tabblad worden afgesloten en opnieuw geopend alvorens de nieuwe configuratie gebruikt kan worden voor het inzien en bewerken van meta data per kruispunt.
Na het opgeven van velden kan voor de geconfigureerde velden data worden ingevoerd per kruispunt. Hieronder een voorbeeld van het invul-formulier dat de client maakt op basis van een meta configuratie:
De tekst voor de velden is de beschijving zoals eerder opgegeven. Per type veld verschilt wat er qua interface verschijnt: voor een String komt bv een textbox, voor een Opties veld komt een combobox met opties, voor een datumtijd, datum of jaar veld komt een datum(-tijd) veld met de optie een jaar/datum/tijd te selecteren, etc.
Bij bewerken van de data komt het knopje “Opslaan” onderaan het formulier per kruising beschikbaar.
Merk op: vanwege technische beperkingen wordt het “Jaar” veld weergegeven als bv “1-1-1967”. In de meta data wordt evenwel uitsluitend 1967 opgeslagen.
‘Statische’ meta data
Bij het opvragen van meta data via de api, komen een aantal aanvullende velden mee in de lijst met meta data. Dat wil zeggen: ook indien er géén eigen meta data velden zijn geconfigureerd, komt er meta data terug via de api. Dit betreft velden zoals naam van de kruising, straatnamen, stad, hoogte en breedtegraag, etc. De betreffende velden zijn gemarkeerd met “[static]” achter de naam van het veld. Dit zijn velden die sowieso beschikbaar zijn in de client, en altijd aanwezig zijn per kruising. Deze zijn dus niet te configureren. Ze komen mee met de “eigen” meta data, zodat de meta data hiermee op een consistente manier wordt ontsloten.
